Als de wieken draaien, is de molen open
Als de wieken draaien, is de molen open
Een plaatje
Als een decorstuk staat de Kalkmolen te stralen in de zon. Het bovenhuis is rood gekleurd, het zinken dak is wit uitgeslagen en de bruine doeken op de wieken geven de molen, die op zich vrij klein is, een grootse uitstraling. Het houten hok om het waterrad glimt van de pas opgebrachte teerlaag. Het gras op het eilandje is keurig gemaaid en het rieten dak op de ondertoren van de molen straalt authenticiteit uit. Maar de molen staat er zeker niet alleen maar mooi te zijn. Hij heeft een belangrijke functie: samen met de naastgelegen Doesmolen, die er precies hetzelfde uitziet, houdt de Kalkmolen de Doespolder droog. ‘De Doesmolen staat hier al veel langer, maar omdat het hier veengrond is, klonk het land steeds verder in. De Doesmolen bleef echter op dezelfde hoogte staan, waardoor op een gegeven moment het scheprad boven het water kwam te liggen. Toen is besloten de Kalkmolen hier te plaatsen om het water op te stuwen en de Doesmolen weer volledig functioneel te maken.’
Verplaatst
De nieuwe standplaats van de Kalkmolen betekende de redding voor het bouwwerk uit 1684. De molen was namelijk bijna geheel verdwenen. In 1959 nam een elektrisch gemaal de bemalingstaak van de molen, die toen nog in Leiderdorp stond om de Kalkpolder droog te maken, over. Vervolgens werd de Kalkpolder in 1972 opgeheven. De molen werd alsmaar slechter en werd uiteindelijk in 2006 in delen afgebroken en naar een werkplaats vervoerd, waar hem een onzekere toekomst wachtte. Omdat de Doesmolen problemen kreeg met de bemaling van de Doespolder, werd de Kalkmolen gerestaureerd en er in 2009 naast geplaatst.
Vrijheid
Woensdag en zaterdag zijn de vaste werkdagen van molenaar Driesprong, maar hij is er veel vaker. ‘De vrijheid die ik hier heb, is puur genieten. En er is altijd wat te doen; grasmaaien, schilder- of schoonmaakwerk. In het voorjaar moet alles met teer worden ingesmeerd en in het najaar herhaal ik dit bij de liggende delen. Soms ga ik het bovenhuis in om spinnenrag weg te halen. Is er een periode van weinig regen, dan moet de molen zo nu en dan draaien zodat het hout niet gaat rotten.’ Is er even geen werk, dan pakt Driesprong een boek, gaat met een bootje de Does op of zet koffie in zijn fijne huiskamertje. Deze kleine ruimte zit achter het rad dat het waterrad buiten aandraait. ‘Vroeger woonde hier zelfs een gezin.’ Moeilijk voor te stellen als je de grootte van de ruimte ziet.
Kruien
Naast zijn vaste werkdagen is het Driesprongs taak op te draven als het Hoogheemraadschap hem oproept. ‘Als er veel regen en wind wordt voorspeld, vragen ze of we willen helpen. Er is dan een grote kans dat de gemaaltjes die het maalwerk op normale dagen doen, het niet aankunnen. Mijn collegamolenaar van de Doesmolen en ik zetten de molen in de wind door te kruien, doen de zeilen erop en verwerken het vele water door het omhoog naar de Does te pompen. Daarvandaan gaat het naar de Oude Rijn. Zo lopen de weilanden van de boeren niet onder.’ Het kruien laat Driesprong zien. Hij maakt de ijzeren kettingen los waaraan het kruiwiel zit die de staart aanstuurt. Hierdoor wordt het bovenhuis met het wiekenkruis rondgedraaid tot de wieken op de wind staan.
Ruim 400.000 maal rond
In een logboek houdt Driesprong de omwentelingen bij; een omwenteling is de gehele ronde van alle vier de wieken. ‘Vorig jaar was een druk jaar. De molen maakte in totaal 402.500 omwentelingen. Vooral juli en augustus waren heel nat. Ook oktober stak erboven uit. De molen draait tot maximaal windkracht 7, anders kan het systeem het niet aan. Dat de wind sterk is, blijkt als bij het bekijken van het koningswiel in het bovenhuis de wind iets aanzwelt. Het hele huis trilt. ‘En dit is pas windkracht 3.’