Tulpenroute
Roelofarendsveen
Tulpenroute
Hoe werkt het?
Volg de 2 uur durende Tulpenroute langs de verhalen. Op bijzondere plekken vertellen borden deze verhalen in de vorm van inspirerende weetjes, feiten en anekdotes die de Veense polder bijzonder maken. Achtergronden en verdieping van de verhalen vindt u onderaan deze pagina.
Geen eigen boot?
U kunt de route met uw eigen boot varen. Heeft u geen boot? Bij De Veense Bukker en Restaurant Wagenaar kunt u een fluisterboot huren van Bob on Board. Bel naar 06-52083062 voor een reservering.
Zelf bedienen van de sluis
Vanaf het meer de polder in? U bent van harte welkom. U vaart vanaf het Braassemermeer, via de Zwet de historische sluis binnen, die u zelf bedient. Het schutten van deze sluis is een unieke ervaring.
In de polder
Maak het gezellig, maar heb respect voor de omwonenden en de omgeving. Wijk niet van de route af in verband met beperkte bevaarbaarheid van de polder. Let op de hoogte. De laagste brug over de route is 1,20 meter.
EXTRA DIMENSIE
De Tulpenroute heeft een extra dimensie gekregen. Vanaf nu kunt u voor of na de route het proces van de tulp, van bol naar bloem, bekijken op beeld (ca. een kwartiertje) bij Restaurant Wagenaar.
Nieuwe website
Kijk nu ook voor meer informatie op www.detulpenroute.nl.
De Tulpenroute wordt u aangeboden door:
Bob on Board - Restaurant Wagenaar - Café de Haven - Verdel ICT & Media - Wesselman Flowers - Th.C. Hoogenboom - Carpentier Mooren - Heembouw - Zwet Tullips - Vink Installatie Groep - Winterflora - Dobbe Transport - Park Wijde Aa - Straathof Plants - Ruiten Fleur - Gerard de Koning Bloemen - Castelijn - Van der Poel Versspecialist - N.W. van Ruiten B.V - Hilgersom Grond - Willem Kuipers BV - Wijsman Benzine BV.
Mogelijk gemaakt met medewerking van:
Aan de Braassem – Stichting de Veense Veiling – Stichting Oud Alkemade – Conclusio – Kaag en Braassem Promotie
Bijzondere verhalen
U vaart via het kanaaltje de Zwet de Veender- en Lijkerpolder buiten de bedijking binnen, waar honderden miljoenen tulpen gebroeid worden. Laat u meevoeren in het interessante verhaal van de tulpen en hun unieke band met deze veenpolder.
In 1632 werd de polder omkadert vanwege wateroverlast van de Braassem. Er werden vier houten sluizen aangelegd voor waterregulering en ontsluiting. Dit is de enige sluis die er nog is. Hij stamt uit 1894 en verving de eerste, houten sluis.
In 1912 bouwde kwekerscorporatie Eendracht Maakt Macht een veilinggebouw. Kwekers brachten hun producten varend voor de klok en de tribune met handelaren. Het gebouw is deels bewaard gebleven en huisvest nu restaurant Wagenaar.
Al in de middeleeuwen bevolkten tuinders deze polder. Ze waren zelfvoorzienend. Ze hielden geiten en kippen en kweekten bewaargroenten, zoals erwten en bonen. Vanaf 1830 breidden zij hun groenteproductie uit voor de verkoop.
Dit is de enige polder in de gemeente waar het veen nooit is afgegraven voor turf. Door de (sluis)verbinding met het meer is de grond vochtig en warm: gewassen groeien hier sneller dan elders. Ook kwam er voldoende turf uit andere polders.
Groenten konden alleen in de lente en de zomer geteeld worden. Kwekers bewaarden het groenteoverschot in zout voor voedsel in de winter. Slimme Veenders maakten daarvan hun werk. Zo ontstonden de inmakerijen. In 1930 waren er 17, nu nog 3.
De producten uit deze polder waren in Europa befaamd. Peulen gingen naar het Franse Hof en de Engelse Koningin was gek op Veense aardbeien. De groenteteelt werd vanaf 1930 geleidelijk vervangen door bloementeelt: dat leverde meer op.
De huidige infrastructuur van de polder ontstond rond 1960 door ruilverkaveling. Er werd 28 hectare grond bijgemaakt en er werden vijf wegen aangelegd. Bedrijven werden ontsloten en ruilden onderling gronden zodat ze groter werden.
Vanaf 1880 werden hier tulpenbollen gekweekt. In 1927 werden de eerste bollen voor de bloemenproductie geplant. Kwekers wilden in de winter – als er geen groente groeit - ook wat verdienen. Het is de start van een bloeiende bedrijfstak.
De tulpenbol heeft kou nodig om een bloem te ontwikkelen. In deze beschutte veenpolder groeit de tulp uitermate goed. In eerste instantie in de volle grond en op kistjes veengrond in kassen. Vanaf 1990 worden tulpen gebroeid op waterbakken.
Watertorentulp
Roelofarendsveen is van oorsprong een van de dorpen waar de meeste tulpen gebroeid worden van Nederland. De enorme tulp op de watertoren geeft deze toppositie weer, maar staat ook symbool voor de tuinbouw in deze gemeente.
Tulpenhandel
De tulp komt oorspronkelijk uit Turkije en dankt zijn naam aan de tulband van sultans. De Nederlanders hebben tulpen gecultiveerd en grootgemaakt. De hier gebroeide tulpen vinden via exporteurs wereldwijd hun weg naar consumenten.
De meeste tulpenbroeiers telen in de zomer en herfst andere producten, zoals zomerbloemen en chrysanten. De chrysantenteelt bracht ook stekbedrijven naar Roelofarendsveen. In de hoogtijdagen waren er hier twaalf gevestigd.
Het Armewater
Deze poel heet het Armewater. Vroeger lag hier land dat eigendom was van “de armen van Roelofarendsveen”. Zij hadden geen geld om de oevers te onderhouden; het veen brokkelde af. Het Armeland werd Armewater, waaraan nu ‘rijken’ wonen.
Veen is ‘dik water’ en bestaat uit plantaardige resten. Veengrond klinkt altijd in. Onder woningen is geheid, maar straten zakken continu met het veen mee. Zo ook de Noorderhemweg, op de Zeelandbrug na de langste brug op palen in ons land.
Ondernemen zit in de Veense genen. Rondom de tuinbouw ontstonden onder andere bedrijven in de conserven, de mechanisatie, de bouw en het transport. Het aantal ondernemers als percentage van de bevolking is bijna nergens zo hoog als hier.
In de polder was het hard werken en in slechte tijden armoe troef. In de crisisjaren (1935) bezocht Prinses Juliana de Veense veiling. Een kweker zei: ‘Hoogheid, zeg maar tegen uw moeder dat het hier klote is en dat het klote zal blijven ook’
Kwekers teelden hier vroeger groffies: kleine augurken. Mislukte oogsten waren de schuld van het zwemmende groffiemonster. Ouders waarschuwden kinderen weg te blijven van de waterkant; het groffiemonster was ook gek op kinderbenen.
De polder ligt 80 centimeter lager dan het Braassermermeer. Vanaf 1924 wordt de polder bemalen door een mechanisch gemaal, daarvoor door de Moppemolen en de molen Meerkreuk. De Moppemolen maalt nog steeds, de Meerkreuk is gesloopt.
De veenpolder bestond uit nat land met hakhout. Om hierop te kunnen telen, werden smalle stukjes land gemaakt met daaromheen slootjes voor de drainage. De akkers waren alleen varend bereikbaar. Alles werd met pramen vervoerd.
Beneden u ligt de Veenderpolder. Deze polder is – in tegenstelling tot de polder waar u nu vaart – drooggelegd en uitgeveend (afgerond in 1834). Dat is goed zichtbaar in het landschap: de polder ligt 5 meter onder zeeniveau.
De Veendermolen staat aan de oevers van de Wijde Aa, een zijtak van het Braassemermeer. Het is een grondzeiler uit 1934 met wieken van 27 meter lang. De molen is gebouwd op de onderbouw van zijn voorganger: een rietgedekte molen uit 1830.
Op deze plek maakte een Engelse piloot in de 2e wereldoorlog een noodlanding. Hij landde tussen een chrysantenteelt en werd gered door twee polderinwoners. De achtervolgende Duitsers verdwaalden in de polder met de vele veenakkers.
Geïnteresseerd in nog meer wetenswaardigheden over deze polder en de historie van gemeente Kaag en Braassem? Boek dan ook eens een historische rondwandeling onder leiding van een ervaren gids. Meer informatie: www.stichtingoudalkemade.nl/activiteiten.php
Download Zip bestand